SV | En gij zult vrolijk zijn over al het goede, dat de HEERE, uw God, aan u en uw huis gegeven heeft; gij, en de Leviet, en de vreemdeling, die in het midden van u is. |
WLC | וְשָׂמַחְתָּ֣ בְכָל־הַטֹּ֗וב אֲשֶׁ֧ר נָֽתַן־לְךָ֛ יְהוָ֥ה אֱלֹהֶ֖יךָ וּלְבֵיתֶ֑ךָ אַתָּה֙ וְהַלֵּוִ֔י וְהַגֵּ֖ר אֲשֶׁ֥ר בְּקִרְבֶּֽךָ׃ ס |
Trans. | wəśāmaḥətā ḇəḵāl-haṭṭwōḇ ’ăšer nāṯan-ləḵā JHWH ’ĕlōheyḵā ûləḇêṯeḵā ’atâ wəhallēwî wəhagēr ’ăšer bəqirəbeḵā: |
En gij zult vrolijk zijn over al het goede, dat de HEERE, uw God, aan u en uw huis gegeven heeft; gij, en de Leviet, en de vreemdeling, die in het midden van u is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult vrolijk zijn over al het goede, dat de HEERE, uw God, aan u en uw huis gegeven heeft; gij, en de Leviet, en de vreemdeling, die in het midden van u is.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!